Leerconcept
Primaire taalontwikkeling
Jonge kinderen leren brabbelend hun moedertaal door voortdurende interactie met hun omgeving, in samenhang met hun eigen taalleervermogen. Jonge kinderen imiteren niet alleen wat ze horen, maar genereren zelf taalregels uit het aanbod en construeren op basis daarvan zelf nieuwe taal: Ik heb gevalt.
Het bijzondere van taalontwikkeling is dat kinderen grammaticale regels ontdekken en toepassen zonder grammaticalessen. We noemen dit het regelgenererend vermogen.
In TiO is dit principe ook toegepast voor het proces van leren schrijven. TiO leert geen regels aan, maar lokt de leerlingen uit om die zelf uit de vele voorbeelden af te leiden.
Een voorbeeld
Leerlingen kunnen vijf manieren memoriseren om een tekst te openen. De zwakte van memoriseren is de beperkte houdbaarheid (vergelijk de houdbaarheid van Engels idioom van een jaar geleden). TiO geeft talloze voorbeelden van tekstopeners, waaruit de leerling op den duur een aantal principes afleidt. Hij ontdekt dat veel voorbeelden zijn afgeleid van het principe ‘Val met de deur in huis’. Vanaf dat moment behoort dit stramien tot zijn geestelijke bagage. Omdat hij de onderliggende regel zelf heeft ontdekt, wordt het geleerde dieper in het brein opgeslagen.
Leeromgeving
TiO biedt zoveel en zovaak suggesties en hulp aan, dat een kind dat intensief in TiO werkt, niet ontkomt aan leren. Leerlingen schrijven in TiO in hoofdzaak voor zichzelf. Schrijven voor een lezer is om verschillende redenen (nog) niet wenselijk:
Er zijn onvoldoende competente lezers voorhanden om een hoge productie te halen.
Er zit te veel tijd tussen het schrijven en de feedback daarop.
Publieksgericht schrijven is een extra aspect van schrijfvaardigheid, dat even kan wachten. Wie leert spreken begint ook niet met publieksgerichte toespraken.
Kinderen kiezen een passend onderwerp, bepalen wat ze schrijven en welke hulp zij gebruiken. Dit versterkt het gevoel van ownership.
TiO maakt gebruik van het unieke didactische middel feedforward. Waar feedback vaak veel te laat komt en focust op fouten, werkt feedforward tijdens het schrijven; leerlingen krijgen aanwijzingen om hun tekst beter te maken, zonder overaccentuering van fouten. Het programma zegt als het ware: ‘Als jij je tekst boeiender wilt maken, kan ik de middelen daarvoor aanreiken met heel veel voorbeelden.’
Leerlingen voelen TiO als interactief en ‘brein-nabij’, doordat zij vaak precies de passende hulp kunnen vinden.
Attitude
TiO respecteert het niveau van de leerling, inclusief de tekortkomingen. Dat is motivationeel een groot goed. Leerlingen verbeteren hun tekst alleen op de punten die ze (met lichte hulp van TiO) zelf vinden. De consequentie daarvan is dat er fouten blijven staan in de uiteindelijke tekst. TiO hecht meer waarde aan drie zelfgevonden fouten, dan aan tien door anderen aangestreepte fouten. Door de grote hoeveelheid teksten worden leerlingen steeds kiener op hun specifieke zwakke plekken, zoals zinsbouw, structuur, spelling, logische opbouw, boeiendheid, consistentie, etc.
Deze aanpak leidt er mede toe dat leerlingen ook buiten school en na het examen alert zijn op de kwaliteit van een tekst. Na school is er immers geen docent die de tekst corrigeert. We streven er in TiO naar dat leerlingen leren beschikken over een vorm van ‘interne autoriteit’, waardoor ze zelf de kwaliteit van hun tekst kunnen beoordelen.